Nieuws
DGA's let op: Regeling tot aanwijzing van directeur-grootaandeelhouder 2016.
Als echtgenoot worden ook aangemerkt
de geregistreerde partner en
de ongehuwde meerderjarige met wie een gezamenlijke huishouding wordt gevoerd, tenzij de gezamenlijke huishouding wordt gevoerd met een bloedverwant in de eerste graad.
De Hoge Raad besliste in het arrest van de van 22 maart 2013 dat het aandelenbezit van de DGA niet meetelt voor de bepaling van twee-derde het aandelenbezit.de DGA niet meetelde. In de nieuwe Regeling is dit gecorrigeerd. Voor de bepaling van twee-derde van het stemrecht (zie voorwaarde b) telt het aandelenbezit van de DGA wel mee.
Als alleen de echtgenoot en/of bloed en aanverwanten aandelen hebben, heeft de bestuurder geen enkele zeggenschap in het besluit over zijn ontslag. In die situatie is hij dus gewoon verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
De Regeling tot aanwijzing van directeur-grootaandeelhouder 2016 is vanaf 1 januari 2016 van kracht en vervangt dan de bestaande Regeling.
Commentaar
Bij de beoordeling of een DGA werknemer is in de zin van de sociale verzekeringswetten is niet het formele aspect van belang maar kijkt men naar de feitelijke omstandigheden. Meer nog dan in de huidige Regeling is in de Regeling 2016 het uitgangspunt of een gezagsverhouding tussen de vennootschap en de bestuurder aanwezig is. Het komt erop neer dat als een DGA zijn ontslag zelf kan bepalen er geen sprake is van een gezagsverhouding.
De Regeling 2016 bepaalt alleen of een DGA verzekerd is voor de werknemersverzekeringen. Voor andere situaties zijn andere criteria bepalend. Voor de loonbelasting is een DGA werknemer als er formeel een arbeidsovereenkomst is gesloten met de BV. Voor de sociale verzekeringen is feitelijke zeggenschap nodig en voor de Pensioenwet wordt een DGA met 10% of meer van de aandelen en het stemrecht niet als werknemer aangemerkt. Een DGA heeft voor de inkomstenbelasting een aanmerkelijk belang als hij ten minste 5% van het aandelenkapitaal bezit. Zowaar de ene DGA is de andere niet.
Auteur: Paul Lavrijssen