Nieuws
Medisch beroepsgeheim wordt opgerekt in de strijd tegen fraude
De VVD, PvdA, CDA en PVV zijn voorstander. De VVD vindt dat fraude altijd aangepakt moet worden. PvdA en CDA maakten zich wel zorgen of de waarborgen voor privacy voldoende stevig zijn, maar steunen de algemene lijn van het wetsvoorstel. De PVV ziet liever dat patiënten vooraf 'om medewerking' worden gevraagd voordat in medische dossiers wordt gekeken, maar heeft het idee dat hier geen meerderheid voor is. Daarom diende de partij een voorstel in om patiënten verplicht achteraf te informeren dat er inzage in het medisch dossier door zorgverzekeraars heeft plaatsgevonden.
Minister Schippers gaf aan akkoord te kunnen gaan met dat voorstel. Ook wil de minister bekijken of het mogelijk is de patiënt al vooraf te informeren dat zijn of haar medische gegevens ingezien gaan worden, op voorwaarde dat dit het opsporingsonderzoek niet belemmert. Patiëntenfederatie Nederland voerde voor het debat een onderzoek onder Nederlandse burgers uit en concludeerde dat patiënten inzage door zorgverzekeraars moeten kunnen weigeren. Patiënten willen graag meewerken, maar daarbij willen ze wel vooraf geïnformeerd worden. "En ze willen het recht krijgen om inzage te weigeren."
Privacy Barometer schreef in de aanloop naar het debat een brief (persbericht) over dit wetsvoorstel naar de Tweede Kamer.
Wetsvoorstel
Minister Schippers stuurde op 8 juli 2014 een wetsvoorstel (toelichting) naar de Tweede Kamer waarmee zorgverzekeraars inzage kunnen krijgen in medische dossiers. Met dit wetsvoorstel wil de minister de verzekeraars beter in staat stellen om te controleren of ingediende declaraties kloppen. In het wetsvoorstel wordt geregeld dat "een zorgaanbieder [..] persoonsgegevens en diagnose-informatie moet verstrekken aan de ziektekostenverzekeraar". Volgens de toelichting gaat het om diagnose-informatie of "andere informatie die tot een diagnose kan leiden". Tot hoever de inzage in het medisch dossier gaat en welke drempels er gelden voordat zorgverzekeraars toegang krijgen, is nog niet precies duidelijk. De NZa moet daar later nadere regels voor maken.
Schippers vindt dat zorgverzekeraars onvoldoende controles uitvoeren om fraude te bestrijden. Volgens Schippers komt dat onder andere omdat ze te weinig juridische mogelijkheden hebben om fraude aan te pakken.
Wetswijziging volgens onderzoek 'niet logisch'
In een onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam, uitgevoerd in opdracht van minister Schippers om haar over fraudebestrijding te adviseren, concluderen deskundigen juist dat een wetswijziging niet nodig is om fraude op te sporen. Er zijn voldoende mogelijkheden om met het huidige medisch beroepsgeheim fraude aan te pakken. Maar omdat de regels van het beroepsgeheim door de jaren heen mede door verschillende uitspraken van de rechter tot stand zijn gekomen, is het voor zorgverleners in de praktijk niet goed duidelijk wat wel of niet mag. De onderzoekers adviseren de minister daarom met opleidingen meer aandacht aan de praktische invulling van het beroepsgeheim te besteden en eventueel met richtlijnen te komen. Een wetswijziging vinden ze niet nodig en ook niet logisch.
Tweede Kamer eerder zeer kritisch
In oktober 2013 bleek de Tweede Kamer in meerderheid al zeer kritisch over het plan van minister Schippers om het medisch beroepsgeheim in verband met fraude-onderzoek in te perken. Alleen de VVD stond achter de eigen minister. De andere partijen begrijpen niet waarom de minister zonder duidelijke reden afwijkt van het advies van haar eigen onderzoekers.
De SP, PVV en het CDA volgen het advies van de onderzoekers en pleiten voor de ingeslagen weg van zelfregulering door de sector zelf. Een wetswijziging vinden zij te ver gaan. De PvdA snapt niet waarom Schippers een wetswijziging nodig vindt als iedereen in het veld zegt dat slechts de opleidingen verbeterd moeten worden. Het CDA vindt dat de minister duidelijker naar alternatieven moet kijken. D66 benadrukt het belang van de privacy en het recht op toegankelijke gezondheidszorg. De ChristenUnie stelt duidelijk dat het beroepsgeheim niet aangepast hoeft te worden.
Daarnaast vindt de SP het vreemd dat de minister zich op het medisch beroepsgeheim en patiënten richt, terwijl de fraude door zorgverleners vele malen groter is. Op vragen van de PVV over de hoogte van het fraude-bedrag dat de minister denkt op te sporen, geeft de minister geen antwoord. "In welke mate fraude hiermee kan worden teruggedrongen is lastig te duiden." Ook op de vraag hoeveel fraude tot nu toe door de opsporingsdiensten is opgespoord, geeft ze geen antwoord.
Openbaar ministerie
In maart 2011 concludeerde (PDF) het Openbaar Ministerie (OM) dat onduidelijkheden bij de zorgverlener rond het medisch beroepsgeheim een heel groot probleem was om fraude op te sporen. Het OM vond dat er betere protocollen en richtlijnen moesten komen om zorgverleners duidelijkheid te geven wat wel en wat niet mag. Eén van de aanbevelingen uit dit onderzoek was om de wettelijke regels rond het medisch beroepsgeheim te evalueren. Dat is nu met het onderzoek van de Erasmus Universiteit gebeurd.
Beroepsgeheim
Het medisch beroepsgeheim is er om de zorg toegankelijk te maken. Mensen kunnen in vertrouwen hun problemen voorleggen, zonder dat ze bang hoeven zijn dat deze veelal intieme informatie ergens anders terecht komt. Mensen met psychische problemen of met bijvoorbeeld een geslachtsziekte zoeken tijdig hulp waarmee niet alleen hun eigen gezondheid is gediend, maar ook de gezondheid van de samenleving als geheel.
Het beroepsgeheim is niet absoluut. Het mag onder andere doorbroken worden bij een groot maatschappelijk belang of als er een meldplicht is, bijvoorbeeld bij bepaalde infectieziekten.