Nieuws
Eenzijdige schadevaststelling bij AOV is geen oneerlijk beding
Geen nadeel
Ook de eenzijdige vaststelling van de schade kan volgens de procureur-generaal niet als oneerlijk beding worden getypeerd. Hij stelt dat een verzekerde er geen nadeel van hoeft te ondervinden dat indien hij de vaststelling van de verzekeraar aanvecht er al een eenzijdig deskundigenrapport bestaat. Artikel 14 uit de polisvoorwaarden van NN houdt niet in dat partijen gebonden zijn aan de oordelen van de deskundigen, maar slechts dat de verzekeraar de mate van arbeidsongeschiktheid vaststelt op basis van die oordelen. De rechter heeft de ruimte om bezwaren van de verzekeringnemer tegen reeds bestaande deskundigenrapporten mee te wegen, aldus het advies. Hieronder vallen ook bezwaren tegen de persoon van de deskundige.
Daardoor komt de verzekerde niet in een zodanig ongunstige positie ten opzichte van het geldend recht dat rechterlijk ingrijpen noodzakelijk is. Dat betekent dat geen sprake is van een oneerlijk beding.
Serieuze vraagtekens
De procureur-generaal zegt wel dat er “serieuze vraagtekens” te zetten zijn bij de eenzijdige wijze van schadevaststelling bij AOV’s. Maar, luidt het advies, de vraag is niet of er een eerlijker of redelijker beding mogelijk is. Volgens hem is dat mogelijk, waarbij hij verwijst naar wat de Ombudsman Financiële Dienstverlening in 2005 en in 2007 in zijn jaarverslagen betoogde.
Die stelde toen dat het bij arbeidsongeschiktheidsclaims die verdergaan dan een controle of bezoek op huisartsenniveau, goed zou zijn af te stemmen welke specialist zal worden gevraagd en welke vragen aan hem of haar zullen worden voorgelegd. “Mijns inziens is het niet meer van deze tijd dat van twee contractpartners die elkaar serieus en gelijkwaardig achten, één zonder inspraak van de ander uitmaakt welke medisch specialist zal worden benaderd en welke vragen zullen worden voorgelegd”, aldus de Ombudsman.
Handschoen
Ook de procureur-generaal schrijft aanpassing van de huidige gang van zaken wenselijk te vinden. Hij verwijst naar de letselschadepraktijk, waarbij afstemming gebruikelijk is. Er is verbetering mogelijk bij de manier waarop AOV-verzekeraars claims behandelen, vindt hij. “Maar het kader van een rechterlijke oneerlijkheidstoetsing na een beroep op Richtlijn 93/13/EEG is hiervoor niet het geëigende middel. Uiteindelijk is het niet aan de rechter om ‘redelijker’ of ‘eerlijker’ bedingen te construeren”, aldus het advies. “Het is aan de ‘branche’, aan verzekeraars dus, om deze handschoen op te pakken.” De Hoge Raad moet met dit advies in het dossier nog uitspraak doen.
Arnoud Wennekus: Uiteraard is er wel degelijk de mogelijkheid om een second opinion / herbeoordeling. In de praktijk hebben wij geen issues hiermee de laatste 11 jaar...Adfiz vond dat het recht op herbeoordeling bij AOV niet duidelijk in de voorwaarden stond/staat.