Nieuws
AOW naar 67? Ik stop gewoon op 65 jaar
De sociale partners hebben er hun tanden op stukgebeten en de impasse lijkt over te slaan naar het kabinet. Intussen gaan radicalere partijen als SP en PVV ermee aan de haal, met ferme taal over heftig verzet tegen de verhoging van de AOW-leeftijd. Wat is wijsheid: doorgaan met de verhoging of zorgen dat iedereen tot 65 jaar werkt, wat ook .
De regeringspartijen zijn tot een akkoord gekomen: de AOW-leeftijd wordt verhoogd naar 67 jaar. Dat lijkt vervelend nieuws, echter als een werknemer dat wil kan hij natuurlijk nog steeds op zijn 65e stoppen met werken, of eerder. Straks heeft hij vanaf het 66e of 67e jaar weliswaar pas recht op een AOW-uitkering, maar dat wil echt niet zeggen dat hij ook langer moet blijven werken. Stopt de werknemer in 2020 op 65 jarige leeftijd met werken dan mist hij 6,5% tot 8% van de AOW- uitkering. Voor gehuwden impliceert dat een korting van minder dan 2 euro per dag oplopend tot 4 euro in 2025. Die ramp is te overzien.
Als de hele AOW-discussie zo simpel was, dan zou de publieke ophef niet zo hoog oplopen als nu het geval is. Voor veel mensen is langer doorwerken vooral een principekwestie. Naast verlies aan vrijheid is het ook een centenkwestie. Het gaat immers niet alleen om de AOW maar ook om het verhogen van de ingangsdatum van het werkgeverspensioen of het pensioen van de directeur/grootaandeelhouder (dga). Want ook de ingangsleeftijd voor dát deel van het pensioen gaat omhoog. Om 2 jaar van dát pensioen te overbruggen, moet een serieus plan B opgesteld worden dat er voor zorgt dat het met pensioen gaan op 65 jaar gewoon gerealiseerd wordt.
Met het verhogen van de pensioenleeftijd naar 67 jaar mist de werknemer immers niet alleen 2 jaar lang pensioen, maar ook 2 jaar lang pensioenopbouw. Dat betekent dat het pensioenrecht lager uitpakt dan waar tot nu toe op gerekend werd. Als hij tijdig zelf actie onderneemt is dat te overzien. Dit is niet alleen mogelijk voor degene die op grond van een langdurig arbeidsverleden of een zwaar beroep recht hebben op extra fiscale maatregelen om het zelfstandig verlagen van de pensioenleeftijd te realiseren. Ook mensen die buiten deze doelgroep vallen hebben een breed pallet aan mogelijkheden om dat zelf te regelen. Lijfrente, levensloop en opbouw van eigen vermogen bij een bank of een eigen huis zonder hypotheeklasten zijn hierbij een paar oplossingsrichtingen. Voor mij staat dus wél als een paal boven water dat de werknemer zijn pensioentekort kan overleven als hij straks ‘gewoon' op 65 jarige leeftijd stopt met werken.
Een andere insteek is het zich heroriënteren op de hoogte van het pensioen. Vraag is hoe lang de gepensioneerde zijn pensioen op het gewenste welvaartsniveau wil houden. Het scheelt namelijk nogal of hij zijn pensioen levenslang verhoogt, of dat hij dat liever alleen gedurende de eerste 10 jaar van de pensionering doet. De praktijk laat immers zien dat gepensioneerden vooral in die eerste 10 jaar van hun pensioen hun geld uitgeven om van het leven te genieten. Daarna zijn ze veelal minder actief en kunnen ze mogelijk met minder inkomen rondkomen. Ik geef het u maar even mee.
De regeringspartijen hebben het plan A voor velen geschrapt. Laat dat een mooi moment zijn om een eigen plan B op te stellen en zelf de pensioenleeftijd te bepalen. Een nieuwe trend dient zich aan: verlaag je eigen pensioenleeftijd.