Zelfstandige moet zelf op zoek naar arbeidsongeschiktheidsverzekering AOV.
Een op de tien zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) raakt arbeidsongeschikt, maar vaak is hij niet verzekerd. Te duur en te ingewikkeld, luidt de klacht. Toch kan het wel. Het is een kwestie van uitzoeken en afwegen wat je ervoor over hebt.
Hoewel schattingen uiteenlopen telt Nederland volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek momenteel 750 duizend zelfstandigen zonder personeel (zzp). En dat aantal neemt dagelijks toe. CDA en PvdA uitten onlangs weer hun zorgen over de financiële kwetsbaarheid van deze groeiende groep. Meer dan de helft van de zzp'ers is niet verzekerd tegen risico's als ziekte, arbeidsongeschiktheid en overlijden.
Zo ook Jan Plevier (43). Hij startte drie jaar geleden als zelfstandig adviseur voor arbeidsverhoudingen maar sloot pas onlangs een arbeidsongeschiktheidsverzekering af. ‘De premies zijn zo fors. Als je net begint als zelfstandig ondernemer is het toch zaak eerst wat omzet te genereren. Dan is het hopen dat je even geen pech hebt en arbeidsongeschikt raakt.'
‘De regering roept de bevolking op tot ondernemerschap', zegt zzp'er Plevier, ‘maar dan moet je wel de juiste voorwaarden scheppen. De faciliteiten om financiële risico's af te dekken zijn nu niet toereikend. De huidige zzp'er realiseert met zijn activiteiten een beduidend lagere omzet dan veel grotere ondernemers waarvoor wel allerlei fiscale regelingen bestaan.'
Onzin, vindt verzekeringsadviseur Bakker. Ook zzp'ers kunnen de belangrijkste financiële risico's redelijk goed afdekken. Een zzp'er moet net als elke andere ondernemer de moeite nemen zich goed te laten informeren. Zo realiseren starters zich vaak niet dat na het afscheid van de vaste baan ook het verzekerde nabestaandenpensioen vervalt. ‘En een arbeidsongeschiktheidsrisico is zonder twijfel de duurste verzekering voor de zelfstandige', erkent Bakker. ‘Maar goedkopere alternatieven bieden gewoon een minder goede dekking.'
Premies van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen zijn ondermeer afhankelijk van leeftijd, uitkeringsduur, mate van arbeidsongeschiktheid en verzekerd bedrag. Een beginnende zzp'er betaalt al gauw enkele honderden euro's per maand, een premie die oploopt naarmate de leeftijd vordert.
Veel goedkopere verzekeringen kennen volgens Bakker een beperkte duur of sluiten een heel scala aan aandoeningen uit. Toch is er veel belangstelling voor een verzekering zonder franje.
De veelgehoorde klacht dat verzekeraars een te lange wachttijd hanteren voordat ze tot uitkering overgaan is volgens Bakker niet gegrond. ‘Zelf heb ik gekozen voor een verzekering met een wachttijd van zes maanden. Het risico van kortdurende arbeidsongeschiktheid kan ik zelf wel dragen. Ik adviseer ondernemers juist om de wachttijd te verlengen zodra dat maar even kan, dat scheelt een hoop premie.'
Veel zzp'ers vertrouwen in het geval van nood liever op de eigen reserves of een erfenis. Is dat niet veel voordeliger dan een dure verzekering? ‘Natuurlijk, een verzekering is alleen nodig voor extreme calamiteiten waarvan de gevolgen te groot zijn om die zelf te dragen', geeft Bakker toe.
Volgens de verzekeringadviseur hoeft een beginnende zzp'er zich niet zoveel zorgen te maken over het financiële risico van ouderdom, ofwel het opbouwen van pensioen. Dat kan via een lijfrenteverzekering, sparen bij een bank en het opbouwen van een zogenoemde fiscale oudedagsreserve. In dat laatste geval wordt een deel van de winst gereserveerd om die later te gebruiken voor een lijfrente. ‘Maar je kunt daarmee wachten totdat je de liquide middelen ervoor hebt', legt Bakker uit.
Bron: Volkskrant, 17 feb. '09
Geschreven door Miranda Schoutsen van de Volkskrant