fbpx
Image
Image

Willem Bol uit Heino doet aangifte tegen verzekeraar ASR

Voormalig quizmaster Willem Bol uit Heino heeft aangifte gedaan tegen verzekeraar ASR en haar CEO Jos Baeten. Hij beschuldigt de verzekeraar van fraude en valsheid in geschrifte.

Het conflict tussen ASR en Bol gaat terug naar 2009, toen Bol werd getroffen door een hernia. Hij werd eerst voor tachtig tot honderd procent afgekeurd en kreeg toen een maandelijkse uitkering van Generali, dat destijds nog geen onderdeel was van ASR. Uit medisch onderzoek in 2013 bleek echter dat Bol niet zo arbeidsongeschikt is als hij zich voordeed.

Hierna werd de uitkering gestaakt. In een kort geding in 2013 gaf de rechter Bol nog wel gelijk, waarna de uitkering hervat werd. Later werd de uitkering weer stopgezet, omdat Bol inkomsten zou hebben verzwegen. De rechter gaf uiteindelijk Generali gelijk.

'Gerommeld met vonnis'
Volgens Bol heeft Generali daarna gerommeld met het vonnis van de rechter. Bol: "De rechter concludeerde destijds dat 'de betalingsverplichting van Generali uitgangspunt blijft totdat de arbeidsongeschiktheidsverzekering is geëindigd...' Daarna schreef directeur Van Leer aan mij, dat volgens hem de rechter zou hebben geconcludeerd dat 'de betalingsverplichting van Generali uitgangspunt blijft totdat de arbeidsongeschiktheidsverzekering is beëindigd...' Die ene letter verschil opent een gapend gat tussen uitspraak en dagelijkse realiteit."

Vorige maand verzocht Bol per brief aan Generali om het standpunt te wijzigen en binnen zeven dagen op deze brief te reageren. De reactie bleef uit en dus doet Bol nu, zoals aangekondigd in de brief, aangifte.

'Ik geef niet op'
De aangifte is het zoveelste hoofdstuk in de slepende strijd van Willem Bol tegen de verzekeraar. "Het maakt mij dood en doodmoe en het heeft enorme impact op mijn leven. Maar ik geef niet op. Nooit heb ik iets fout gedaan. En ik wil straks niet sterven als fraudeur."

AOV verzekeringen aanvragen en gezondheidsvragen invullen? Wat je niet meer weet kun je niet melden

Gezondheidsklachten die iemand als jong kind meer dan een kwart eeuw geleden heeft gehad, hoeft een verzekeringnemer redelijkerwijs niet altijd meer te weten. Dit blijkt uit een onlangs gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Rotterdam in een AOV-conflict. Ook aan het zogeheten SOEP-volgsysteem van de huisarts biedt volgens de rechter niet altijd helderheid over wat de verzekerde wel of niet wist van zijn gezondheidstoestand.

Verzekerde hoeft ziekenhuisopname als peuter niet te melden

De verzekerde in kwestie, een zelfstandig automonteur, sluit eind 2012 een arbeidsongeschiktheidsverzekering af bij in de uitspraak geanonimiseerde verzekeraar die haar hoofdzetel heeft in Brussel, maar ook gevestigd is in Rotterdam. Op dat moment geeft hij bij de relevante vragen in de gezondheidsverklaring aan dat er geen sprake is van bestaande gezondheidsklachten of klachten vanuit het verleden.

Als peuter behandeld
Begin 2014, ruim een jaar nadat de polis in ingegaan, meldt de man zich met rug- en heupklachten -aan zijn linkerheup- bij de huisarts. Uit onderzoek door de medisch adviseur van de verzekeraar blijkt dat de man als peuter in 1985 onder behandeling in het ziekenhuis is geweest voor de ziekte van Perthes aan zijn rechterheup. Daarnaast komt boven dat de automonteur zich -in 2007 voor het laatst- heeft gemeld met lage rugklachten. Ook heeft de man sinds 2004 zo af en toe last van zijn knie.

Voor de verzekeraar is de medische geschiedenis van de man reden om de verzekering vanaf februari 2016 op te zeggen. De monteur moet de al gedane uitkeringen (totaal ruim € 34.500) terugbetalen, iets wat tot nu toe nog niet is gebeurd.

Verjaring verzwijging
De man stapt naar de rechter om hervatting van zijn verzekering en de bijbehorende (achterstallige) uitkering te eisen. De verzekeraar is volgens hem gehouden aan de verzekering omdat hij door klachten aan zijn linkerheup arbeidsongeschikt is. Ook kan de verzekeraar geen beroep meer doen op verzwijging omdat dat de verzekeraar als in 2014 had kunnen kunnen weten dat hij in zijn vroege jeugd Morbus Perthes had gehad en pas twee jaar later de verzekering opzegde, ruimschoots buiten de vervaltermijn van twee maanden na de ontdekking.

AOV verzekering polis: Cardif mag zich niet beroepen op verjaring

denkfout 150 111BNP Paribas Cardif kan geen beroep doen op verjaring bij een aov-conflict met een verzekerde. De verzekeraar wilde niet uitkeren voor arbeidsongeschikte maanden die drie jaar voor de schademelding lagen. In de verzekeringsvoorwaarden staat dat pas aan het eind van de arbeidsongeschiktheid de uitkering in één som plaatsvindt. De Geschillencommissie vindt het een redelijke lezing dat de vordering pas dan opeisbaar is en dat de verjaringstermijn van drie jaar ook pas dan ingaat.

Cardif mag zich van Kifid niet beroepen op verjaring
Een van de verzekerden op de Hypotheek Opvang Polis van BNP Paribas Cardif meldt eind oktober 2016 dat hij sinds 1 januari 2009 arbeidsongeschikt is als het gevolg van een posttraumatische stressstoornis (PTSS) en clusterhoofdpijn. De verzekering tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid is op 28 juni 2006 afgesloten met een looptijd van tien jaar, een eigen risico van één jaar en een verzekerd maandbedrag van € 300.

Melddatum
Cardif meldt dat alle uitkeringen van drie jaar voor de melddatum zijn verjaard. De clusterhoofdpijn dateert bovendien al van voor het aangaan van de verzekering en is daarom niet gedekt. De verzekeraar wil wel deels de gevolgen van de PTSS vergoeden. In eerste instantie voor de periode van oktober 2013 tot juni 2014. Nadat blijkt dat er in november 2014 nog een laatste consult bij de psycholoog heeft plaatsgevonden, wordt tot oktober 2014 uitgekeerd.

De consument neemt hiermee geen genoegen. Hij meent ook recht te hebben op uitkering van voor oktober 2013. Bovendien wil hij dat zijn restklachten tot juni 2016, het einde van de looptijd, ook worden vergoed.

Uitkering achteraf
De Geschillencommissie geeft de man deels gelijk. In de voorwaarden van de Hypotheek Opvang Polis staat dat uitkering van het maandbedrag maandelijks en achteraf geschiedt, als op het polisblad staat dat de premie voor arbeidsongeschiktheid fiscaal aftrekbaar is. Dat is bij deze verzekerde niet het geval. Dan volgt lid b van de bepaling: “In alle andere gevallen geschiedt de uitkering aan het einde van de arbeidsongeschiktheid in één som […] De uitkering zal zolang de arbeidsongeschiktheid voortduurt, voor elke volle maand van arbeidsongeschiktheid als voorschot op de in de eerste volzin bedoelde som maandelijks en achteraf geschieden. Deze voorschotten worden geacht niet te zijn uitkeringen welke van maand tot maand worden verkregen.”

Deze website is  SSL beveiligd 

©2024 Dreamview | Designed, Developed & Hosted by DreamView ICT & Internet Services

Hallo ondernemer! Vraag over AOV verzekering voor zelfstandig Professionals? Wilt u teruggbeld?

WhatsApp Chat & Terugbel Service
Close and go back to page