De geschillencommissie van Kifid heeft BNP Paribas Cardif Schadeverzekeringen een tik op de vingers gegeven. De verzekeraar heeft onterecht de arbeidsongeschiktheidsverzekering van een lasser beëindigd en moet die met terugwerkende kracht herstellen.
Kifid tikt BNP Paribas op de vingers voor afwijzen AOV-claim
Medio juli 2015 meldde de lasser aan de verzekeraar dat hij volledig arbeidsongeschikt was, waarbij hij aangaf een scala aan klachten te hebben aan rug, schouders, linkervoet, linkerhand, linkerbeen en rechterarm. Hij overlegde onder meer een verzekeringsgeneeskundige rapportage van het UWV waarin werd vermeld dat hij dertien jaar eerder vier jaar lang een gedeeltelijke WAO-uitkering heeft gehad. Ook stond vermeld dat sprake is geweest van oud letsel in de jaren zeventig en schouderklachten.
Lasser heeft WAO-verleden
Voor de medisch adviseur van verzekeraar was dat reden om nader onderzoek in te stellen, omdat de man bij het aangaan van de verzekering in 2001 in de verkorte gezondheidsverklaring geen melding heeft gemaakt van klachten. De medisch adviseur raadpleegde daarop de huisarts van de man, in wiens dossier staat dat hij in 2000 een ontsteking aan zijn teen (atheroomcyste) heeft gehad en dat sinds 2002 daardoor sprake is van enkelklachten. Ook is hij in 1998 voor rugklachten eenmalig bij de huisarts geweest. Voor verzekeraar reden om in oktober 2017 aan de man te melden dat de klachten én het WAO-verleden reden zijn om extra onderzoek te doen, omdat pre-existente klachten werden vermoed.
Gezondheidsverklaring is fout ingevuld
Dit onderzoek was voor BNP Paribas reden de verzekering te beëindigen, omdat de man de gezondheidsverklaring in de optiek van de verzekeraar fout heeft ingevuld en al arbeidsongeschikt was op het moment dat hij de verzekering sloot. De WAO-uitkering ging in op 30 mei 2002, wat betekent dat hij op 30 mei 2001, twee weken voor de ingangsdatum van de verzekering, al arbeidsongeschikt was zonder dat hiervan melding is gemaakt. De verzekering was overigens begin april aangevraagd en op het aanvraagformulier was vermeld dat de verzekering op 1 mei zou moeten ingaan.
Moest gezondheidsinformatie wel of niet worden gegeven?
De geschillencommissie van Kifid boog zich over vraag wat de ingangsdatum van de verzekering is en of de lasser informatie over zijn gezondheidstoestand wel of niet had moeten geven voordat de verzekering van kracht was. De commissie vindt dat de man wijzigingen die voor medio juni aan de orde waren, had moeten melden. “Consument had dus wijzigingen in zijn gezondheidstoestand die plaatsvonden voor 16 juni 2001 moeten melden bij verzekeraar.” Over de arbeidsongeschiktheid van dat moment is alleen bekend dat de oorzaak ligt in elkaar opvolgende incidenten, waardoor de man 25 tot 35% arbeidsongeschikt was. Uit gegevens van de huisarts blijkt dat de lasser rond de ziekteperiode alleen bij de huisarts is geweest voor een recidiverende likdoorn.
Geen pre-existente klachten
Voor de verzekeraar stond echter – zonder dat diepgaander onderzoek is gedaan – vast dat de arbeidsongeschiktheid deels verband houdt met klachten uit het verleden. Dit is echter niet voldoende aannemelijk gemaakt, vindt de geschillencommissie. “Geconcludeerd wordt dan ook dat niet is komen vast te staan dat de arbeidsongeschiktheid van consument het gevolg is van pre-existente klachten.”
Eenmalige rugklacht is geen aandoening
Verzekeraar vindt dat er sprake is van verzwijging. Daar gaat de geschillencommissie niet in mee. De lasser heeft in de gezondheidsverklaring op de vraag of hij in de laatste vijf jaar een arts heeft geraadpleegd voor (chronische) spier- en/of gewrichtsaandoeningen met nee beantwoord. “De commissie is van oordeel dat de eenmalige rugklacht van consument waarvoor hij zich in december 1998 tot de huisarts heeft gewend niet kan worden aangemerkt als een spier- of gewrichtsaandoening, zodat consument daarvan geen melding heeft hoeven maken.”