AOW hiaat Arbeidsongeschiktheidsverzekering
Naar schatting 8.100 zelfstandigen die eind 2017 een uitkering ontvingen op basis van een private arbeidsongeschiktheidsverzekering krijgen te maken met een aow-hiaat. Er is sprake van een aow-hiaat als er een onverzekerde periode ontstaat doordat de aow-leeftijd is verhoogd. Als de verzekering is afgesloten met als eindleeftijd de oude aow-leeftijd (65 jaar) dan ontstaat er een onverzekerde periode doordat de aow-leeftijd omhoog gaat. Een klein deel daarvan kan een beroep doen op de door de overheid ingestelde aow-overbruggingsuitkering.
Twee groepen
Een deel van de zelfstandigen heeft een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering met een eindleeftijd die lager ligt dan de aow-leeftijd. Het gaat om twee groepen. De eerste groep betreft
verzekerden met een eindleeftijd van 65 jaar die, doordat de aow-leeftijd is verhoogd, geconfronteerd worden met een gat tussen de verzekerde eindleeftijd en de nieuwe aow-leeftijd. Dit is
vooral een probleem als de zelfstandige al arbeidsongeschikt is en een uitkering ontvangt. Deze zelfstandige kan het inkomenshiaat dat ontstaat door een hogere aow-leeftijd niet meer repareren. De tweede groep betreft zelfstandigen met een zwaar beroep. Zij kunnen zich niet verzekeren tot de aow-leeftijd. Voor hen hanteren verzekeraars vaak een technische eindleeftijd die vaak vijf jaar
voor de aow-leeftijd ligt.