Reaal heeft een arbeidsongeschiktheidsverzekering met een vloerenlegger niet rechtsgeldig opgezegd. Dat blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag.Een vloerenlegger sloot bij Reaal een arbeidsongeschiktheidsverzekering af, de Reaal Ondernemers AOV. Bij de aanvraag vulde de in 1959 geboren vloerenlegger een formulier en een gezondheidsverklaring in. In dat laatste document stelde de verzekeraar de vraag: Lijdt u of heeft u geleden aan één of meer van de volgende aandoeningen, ziekten en/of gebreken? De vloerenlegger kon een lijst met categorieën aanvinken. Van aandoeningen van spieren, ledematen of gewrichten tot aan bekkeninstabiliteit, reuma, verlamming, kromme rug, rugklachten, rugpijn, spit, hernia, ischias en RSI.
Maar hij deed dat niet. Reaal liet de vloerenlegger medisch keuren. Daarbij is vastgesteld dat er sprake was van rugklachten. De verzekeraar nam daarop een uitsluitingsclausule in de verzekering op.De vloerenlegger diende begin 2013 een meldingsformulier arbeidsongeschiktheid in en meldde sinds halverwege 2012 klachten te hebben aan de rechterheup, linkerschouder en beide knieën. Reaal achtte de vloerenlegger daarna voorlopig voor 100 procent arbeidsongeschikt per 17 december 2012.
De medisch adviseur van Reaal vroeg vervolgens informatie bij de huisarts op. Die schreef: “Patiënt kwam op 28 november 2012 op mijn spreekuur met klachten aan beide schouders en beide heupen. In 2006-2007 heeft patiënt een periode last gehad van beide heupen. Hiermee is hij uiteindelijk naar de podotherapeut gegaan en daarna heb ik niks meer over zijn klachten gehoord tot nu.”
Stramme gewrichten
Een arbeidsdeskundige van Reaal onderzocht de vloerenlegger in april 2013. “Los van de pijn, ervaart verzekeringnemer dat de gewrichten snel stram worden. Via de huisarts is hij voor de pijnklachten aan linkerschouder, de beide heupen en de linkerknie bij de reumatoloog in het ziekenhuis in Nijmegen aanbeland. Naar verluidt is er echter geen sprake van reuma, maar meer van overbelastingsverschijnselen. Het devies is nu rust houden, meerdere malen per week fysiotherapie ondergaan en te zijner tijd zich laten behandelen met injecties.”
Klachten verzwegen
Reaal wil dan echter wel weten waarom de vloerenlegger heeft verzwegen dat hij in 2006-2007 al last had van beide heupen. “Waarom heeft u deze klachten niet gemeld bij het aanvragen van de verzekering?” De vloerenlegger in zijn antwoord: “Niet aan gedacht.” Daarop stelt de verzekeraar dat als de verstrekte informatie bekend was geweest ten tijde van de aanvraag van de verzekering, dit reden was geweest om de aanvraag af te wijzen. Reaal meldt de man in mei 2013 dat de verzekering wordt beëindigd wegens een schending van de mededelingsplicht.
Niet rechtsgeldig
De vloerenlegger gaat daarom naar de rechter. Hij vindt dat Reaal de verzekering niet rechtsgeldig heeft beëindigd. Volgens hem moet de verzekeraar worden veroordeeld om haar verplichtingen uit de overeenkomst na te komen. De vloerenlegger stelt daarbij dat hij heeft voldaan mededelingsplicht en dat Reaal hem niet binnen de wettelijke termijn heeft gewaarschuwd voor de gevolgen van de ‘vermeende niet-nakoming’ van de mededelingsplicht. De vloerenlegger betwist ook dat Reaal – bij bekendheid met de ware stand van zaken – geen verzekering zou hebben gesloten. Hooguit was er volgens hem een verzekering tot stand gekomen met een extra uitsluitingsclausule.
Hoger beroep
De man stapte daarop naar de rechtbank, die hem in het ongelijk stelde, waarna hij in hoger beroep gaat bij het Gerechtshof in Den Haag. Hij vindt dat Reaal de gevolgen van de niet-nakoming van de mededelingsplicht niet binnen de termijn heeft gemeld. Immers, de brief van de huisarts gaf Reaal al voldoende zekerheid dat de mededelingsplicht niet was nagekomen. En volgens hem had Reaal hem al moeten informeren toen er een vermoeden bestond dat er geen recht op uitkering bestond. Hij verwijst daarbij naar het Protocol bij claims op Individuele Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen van het Verbond van Verzekeraars, dat bindend is voor de leden van het Verbond.