AOV Verzekeraars niet op aarde om claims af te wijzen; tientallen dossiers?
Dat arbeidsongeschiktheidsverzekeringen nog al eens in de uitkeringsfase tot conflicten leiden, ligt veelal aan zaken die in de acceptatiefase niet goed gaan. Dat betoogden AO-verzekeraars Movir en Reaal onlangs in een ronde tafel-discussie die am: organiseerde over dit onderwerp. Arthur van der Wal, directeur bij Movir: “Als je dat voortraject goed regelt, gaat het later niet fout.”
AM organiseerde de ronde tafelbijeenkomst naar aanleiding van enkele spraakmakende AOV-geschillen die het nieuws haalden. Meest in het oog springend: de zaak rondom voormalig quizmaster Willem Bol. Hij steggelt al jaren met Generali Nederland over diens zijn AOV-uitkering.
Tientallen actieve AOV-dossiers
Volgen Mark Ripmeester, advocaat bij Backx & Ripmeester Advocaten in Rotterdam haalt slechts een fractie van dit soort zaken het nieuws. Het advocatenkantoor heeft op dit moment “enkele tientallen” actieve AOV-dossiers lopen. Daarbij treedt het alleen maar op namens verzekerden. “Wij geloven niet in slechte verzekeraars, wij geloven wel in slechte schadebehandelaars. Er is veel tunnelvisie.”
‘Doorbraak nodig’
Volgens Ronald Pont, strateeg op het snijvlak van innovatie en groeiontwikkeling, is er een doorbraak nodig om de telkens terugkerende conflicten bij AOV’s tegen te gaan. “Wie kiest voor een AOV hoopt bij ziekte of na een ongeval met een beetje hulp snel weer aan de slag te kunnen. Dat je als zelfstandige bij arbeidsongeschiktheid misschien tijdelijk niet zelf volledig in je inkomen kunt voorzien, is het bijverschijnsel ervan. Vanuit de verzekeraar is arbeidsongeschiktheid een schademelding die in de praktijk draait om acceptatie van medische factoren en het vaststellen van de mate van arbeidsongeschiktheid.”
Preventie en re-integratie
Arthur van der Wal, directeur van arbeidsongeschiktheidsverzekeraar Movir, zegt het als de taak van zijn werkgever te zien om arbeidsongeschiktheid bij de verzekerden te voorkomen. “Daar zijn al onze investeringen in preventie en re-integratie op gericht.”