Vaker beroepsziekten in lagere sociaal economische beroepen
Werknemers in beroepen met een lagere sociaal economische positie (SEP) hebben bijna drie keer zo vaak een beroepsziekte. In 2017 zijn 4.619 meldingen van beroepsziekten geregistreerd in de Nationale Beroepsziekteregistratie. Daarvan bestaat 57% uit psychische aandoeningen en 28% uit aandoeningen van het bewegingsapparaat. Bij lagere sociaal economische beroepen gaat het bijvoorbeeld om risicoberoepen in industrie, bouw en vervoer.
Dit blijkt uit ‘Beroepsziekten in Cijfers 2018’ van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten/ Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid van Amsterdam UMC in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het geeft een overzicht van het aantal en de aard van geregistreerde beroepsziekten en de verdeling binnen sectoren en beroepen in Nederland. Daarnaast beschrijft het ook wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen over beroepsziekten.
Uit ‘Beroepsziekten in Cijfers 2018’ komt verder naar voren dat werknemers met een lagere SEP hebben vaker tijdelijke en blijvende arbeidsongeschiktheid door aandoeningen van het bewegingsapparaat. Van de meldingen van werknemers in een hogere SEP 60% te maken met overspannen zijn of burn-out. Dit aandeel vertoont een stijgende trend.
De meeste beroepsziekten, circa tweederde van de gevallen, komen voor bij werknemers boven de veertig jaar. De gevolgen van een beroepsziekte zijn groot. In 83% leidt de ziekte tot tijdelijke en in 6% tot blijvende arbeidsongeschiktheid. De economische sectoren met het hoogste aantal nieuwe gevallen per 100.000 werknemers zijn industrie, vervoer en opslag, overheid, onderwijs en bouwnijverheid.
Kerncijfers
Hieronder enkele kerncijfers uit ‘Beroepsziekten in Cijfers 2018’ met betrekking tot beroepsziektemeldingen in 2017: