Nieuws

Triodos Bank heeft een maatwerkrekening ontwikkeld voor broodfondsen. De bank is momenteel de enige partij die een dergelijke voorziening aanbiedt. Broodfondsen konden al langer terecht bij Triodos, maar kregen dan toegang tot een rekening die niet speciaal was ingericht voor het broodfonds en veel handmatig werk met zich mee bracht voor de bank. Nederland telt momenteel 425 broodfondsen met bij elkaar zo’n 17.500 leden.

Triodos Bank voorziet broodfondsen van nieuw type rekening
In een broodfonds zetten twintig tot vijftig zelfstandigen geld opzij op een eigen rekening. Daarmee bouwen ze een buffer op om een zieke deelnemer in het fonds maximaal twee jaar met schenkingen te kunnen ondersteunen. De buffer blijft eigendom van degene die inlegt, maar het is niet de bedoeling dat je er je lunch mee afrekent op het terras. Bankpassen werden dus wel geautomatiseerd opgestuurd, maar niet met het doel hem te gebruiken.

“Die wereldpas wordt nu niet meer verstuurd”, zegt Marije Anten van Triodos. “Als iemand klant wordt via een broodfonds, regelen we dat nu ook helemaal papierloos.”

Arbeidsongeschikt
Volgens het CBS telt Nederland ongeveer 1,5 miljoen zelfstandigen. Iets meer dan een procent  is daarvan aangesloten bij een broodfonds. Het percentage zzp’ers met een arbeidsongeschiktheidsverzekering bedraagt ongeveer 38 procent. Uit recent onderzoek van ZZP Barometer blijkt dat een kwart van de zelfstandigen wel overweegt om dit jaar nog een aov te sluiten.

 Verwerken BSN door adviseurs is beperkt toegestaan

Aangezien hierover veel vragen blijven bestaan, licht Adfiz toe hoe het wel zit met het BSN-nummer en de AVG.

In juli antwoordde het ministerie van Financiën de Contactgroep Automatisering dat zij geen aparte wettelijke grondslag zal bevorderen voor adviseurs en bemiddelaars om het Burgerservicenummer (BSN) te mogen gebruiken. De publicaties hierover hebben in de markt veelvuldig tot de misvatting geleid dat het BSN helemaal niet verwerkt mag worden door financieel adviseurs.

Adfiz: "Het verwerken van het Burgerservicenummer mag allen voor doeleinden die per wet bepaald zijn. In sommige situaties moet je als financieel adviseur het BSN dus verwerken. Uiteraard schrijft de wet niet voor dat de onafhankelijk financieel adviseur in die situaties een rol móet hebben. Logischerwijs geeft de wet de adviseur dan ook geen wettelijke plicht om het BSN te verwerken. Hierdoor is waarschijnlijk het misverstand ontstaan dat adviseurs het BSN niet mogen verwerken. Het ontbreken van de wettelijke plicht wil echter niet zeggen dat je geen recht hebt om het BSN te gebruiken. Adfiz heeft dit besproken met de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) om de nodige duidelijkheid te krijgen en op haar Privacy Portaal aan de gehele markt uitleg gegeven.

"De Autoriteit heeft in januari schriftelijk geantwoord dat een onafhankelijk financieel adviseur vaak de positie inneemt van een gemachtigde hulppersoon. Hij treedt immers tegenover de burger op als adviseur en tegenover de aanbieder als gemachtigde van die burger. 'Als in die verhouding voor het uiteindelijk af te nemen financieel product het BSN wettelijk moet worden verwerkt door de financiële instelling, dan is de financieel adviseur van de burger gemachtigd tot het gebruik van het BSN. De burger mag en moet het BSN in die situatie immers zelf ook aan de financiële instelling bekend maken.' Dit betekent dus dat je als adviseur in al die situaties het BSN gewoon namens je klant mag doorgeven aan de aanbieder.

 Ook al waren zij niet tevreden over de dienstverlening van hun adviseur, laat de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid) consumenten toch de overeengekomen advieskosten van 850 euro betalen (uitspraak 2018-477).

De consumenten sloten op 1 augustus 2017 met de adviseur (Het Nederlands Hypotheken Netwerk) een opdracht tot advies en bemiddeling in verband met het oversluiten van een hypotheekovereenkomst. Volgens de consumenten leverde de adviseur daarna 'broddelwerk' en wilden zij niet langer door hem geholpen worden.

Volgens artikel 7:408 van het Burgerlijk Wetboek mocht de overeenkomst van opdracht door de consumenten worden opgezegd. In de overeenkomst was echter bepaald dat de consumenten in een dergelijk geval kosten verschuldigd zijn van 850 euro. In beginsel, aldus de Commissie, zijn de consumenten daarom de overeengekomen advieskosten van 850 euro verschuldigd.

De Commissie merkt op dat er "in die omstandigheden geen aanleiding bestaat de advieskosten te matigen. Daarvoor zou vereist zijn dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat Adviseur aanspraak houdt op het gehele honorarium. In de gegeven omstandigheden is voor het – overigens niet buitensporige – honorarium van 850 euro een financieel rapport aangeleverd. Nadat Consumenten hun onvrede uitspraken over de gemaakte fouten in het initiële rapport heeft Adviseur dat rapport binnen bekwame tijd hersteld. De Commissie acht de gemaakte fouten niet van dien aard, dat daar een vergoeding van advieskosten aan verbonden zou moeten worden. Bovendien is niet gebleken dat er door toedoen van Adviseur bepaalde termijnen niet gehaald zijn, waardoor Consumenten schade hebben geleden".