Arbeidsongeschiktheidsverzekering ondernemer en schadevergoeding
Een slachtoffer dat letsel oploopt en daardoor arbeidsongeschikt raakt kan -indien hij/zij vooraf een arbeidsongeschiktheidsverzekering had afgesloten- aanspraak maken op een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid. Daarnaast kan het slachtoffer een procedure starten tegen de aansprakelijke persoon in kwestie en schadevergoeding eisen. De vraag die daarbij regelmatig opkomt in procedures is of de uitkeringen uit de arbeidsongeschiktheidsverzekering van het slachtoffer in aanmerking komen voor verrekening van genoten voordeel op voet van het bepaalde in artikel 6:100 BW.
Uit artikel 6:100 BW volgt dat wanneer eenzelfde gebeurtenis voor de benadeelde naast schade tevens voordeel heeft opgeleverd, dat voordeel, voor zover dit redelijk is, bij de begroting van de schade op de schade in mindering moet worden gebracht.
Gezichtspunten ten aanzien van verrekening
Uitgangspunt van de Hoge Raad was lange tijd dat uitkeringen uit hoofde van sommenverzekeringen niet verrekend mogen worden bij de vergoeding van letselschades (vgl. HR 28 november 1969, NJ 1970, 172).
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 1 oktober 2010 (NJ 2013, 81 (Verhaeg/Jenniskens) voornoemd uitgangspunt genuanceerd en een aantal gezichtspunten gegeven aan de hand waarvan een rechter kan beoordelen of verrekening als bedoeld in artikel 6:100 BW redelijk is. Deze gezichtspunten luiden als volgt:
1. Uitkeringen uit een sommenverzekering komen alleen voor verrekening in aanmerking indien de periodieke uitkering strekt tot vergoeding van dezelfde (inkomens)schade die de aansprakelijke persoon dient te vergoeden;
2. Geschiedt de uitkering uit hoofde van een schadeverzekering, dan is – mits aan a voldaan is – verrekening in beginsel mogelijk, nu de verzekeraar tot het beloop van het door hem betaalde bedrag in de (regres)rechten van verzekerde subrogeert en dus de aansprakelijke voor dat bedrag kan aanspreken;
3. Uitkeringen uit een sommenverzekering komen in beginsel niet voor verrekening in aanmerking als de verzekering door de benadeelde zelf (of een ander buiten de sfeer van de aansprakelijke persoon) is gesloten en betaald;
4. Is de premie voor de sommenverzekering door de aansprakelijke betaald kan dat reden vormen om tot verrekening over te gaan;
5. Uitkeringen uit een sommenverzekering komen in het algemeen niet voor verrekening in aanmerking als de aansprakelijkheid is gedekt door een (aansprakelijkheids)verzekering;
6. Bij risicoaansprakelijkheid (en een mindere mate van verwijtbaarheid) is verrekening eerder mogelijk dan bij schuldaansprakelijkheid (of een grote(re) mate van verwijtbaarheid).
De Hoge Raad heeft bij voornoemde gezichtspunten een duidelijk onderscheid gemaakt tussen uitkeringen uit een schadeverzekering en uit een sommenverzekering (in deze zaak was een collectief afgesloten ongevallenverzekering aan de orde). Ten aanzien van particuliere verzekeringen kan niet in zijn algemeenheid worden gezegd of dit schadeverzekeringen of sommenverzekeringen zijn. Hartlief concludeert in zijn noot onder het arrest dat verrekening met een uitkering uit sommenverzekering in geval van letselschade “daadwerkelijk uitzondering” zal zijn.
Recente jurisprudentie